Dat is wat dans voor mij is.
Ik dans wanneer ik blij of verliefd ben of ontzettend boos en ook wanneer mijn hart huilt van verdriet. Wanneer mijn voeten de eerste pas zetten op het ritme van de muziek ben ik met mijn hoofd op een plek waar kalmte is. Een wereld die ik zelf creëer en die rust geeft. Ergens tussen realiteit en dromen in. Dat is ook het mooie van dansen: dromen, maar wel met beide voeten op de grond. Je kan het samen én alleen. Op iedere plek, altijd en overal.
Als kind was ik een dromertje, ik lette niet op in de klas. En aan schoolboeken vond ik al helemaal niks aan. Ik startte op de basisschool al mijn eerste dansgroepjes, compleet met kledinglijn en magazine ;). Ik zorgde dat iedereen er was en dat iedereen mijn pasjes onder de knie kreeg. Tijdens het optreden hadden we dikke vette meiden-pret en voelden we ons net de Spice Girls.
Ik ging naar de HAVO: nog meer boeken, nog meer regels en nog meer stilzitten. Nog meer vakken die niet mijn interesse konden wekken, docenten in grijze saaie kleding en afgesloten muffe klaslokalen.
Blokken, blokken, blokken. Mijn cijfers waren goed, ik kon het allemaal prima…maar is dit de grote-mensen-wereld? Moeten we daar straks allemaal aan voldoen? Het uit je hoofd leren van methodes, formules en rijtjes met woorden en zinnen… ik was 16 en zag het nut er niet van in.
Ik besloot opnieuw een dansgroepje te beginnen. Mijn oppaskindjes waren mijn eerste leden. Ik werkte me een slag in de rondte voor een startkapitaal. Ik wilde een wereld creëren waar iedereen zichzelf mag zijn, zichzelf mag ontwikkelen en waar plezier en positiviteit voorop stonden. Ik pakte het professioneel aan. Binnen enkele weken was er een website, een flyer en stond ik bij de Kamer van Koophandel op de stoep.